Ruigrok: Nederlanders steeds socialer online, maar teleurstellingen groeien

Ruigrok Netpanel
Ruigrok Netpanel
[vc_row type=”in_container” full_screen_row_position=”middle” column_margin=”default” scene_position=”center” text_color=”dark” text_align=”left” overlay_strength=”0.3″ shape_divider_position=”bottom” bg_image_animation=”none”][vc_column column_padding=”no-extra-padding” column_padding_position=”all” background_color_opacity=”1″ background_hover_color_opacity=”1″ column_link_target=”_self” column_shadow=”none” column_border_radius=”none” width=”1/1″ tablet_width_inherit=”default” tablet_text_alignment=”default” phone_text_alignment=”default” overlay_strength=”0.3″ column_border_width=”none” column_border_style=”solid” bg_image_animation=”none”][vc_column_text]Ruigrok|NetPanel peilt jaarlijks de status van de Nederlander op het gebied van ‘web 2.0’ of ‘het sociale web’. In maart 2008 is het onderzoek uitgevoerd onder 1807 Nederlanders. Hanneke Vos van Ruigrok|NetPanel publiceerde maandag op Frankwatching de resultaten.

Uit Hanneke’s onderzoek blijkt allereerst dat met name online toepassingen met een sociale component zijn gestegen in bekendheid. Nederlanders zijn steeds actiever op sociale netwerken. Vorig jaar gaf 59% aan niet actief te zijn op online netwerken, in 2008 is dit nog maar 41%. Daarbij zijn Nederlanders nu minder selectief in het toelaten van mensen in het netwerk. In 2007 weigerde 57% van de netwerkers nog regelmatig de mensen toegang tot hun netwerken, nu is dat ‘nog maar’ 45%.

Het contrast overigens tussen deze resultaten en de recente vinding van Michel Rijnders op HRlog dat Facebook het tweede sociale netwerk in Nederland zou zijn is overigens weer groot.

Opvallend is verder dat deze online sociale connecties ook daadwerkelijk offline worden voortgezet. Slechts 5% van de Nederlanders zegt minder tijd over te houden voor vrienden in het ‘echte’ leven door online verworven contacten. 27% geeft zelfs aan dat online verworven contacten leiden tot vriendschappen in het echte leven.

Het meest interessant, echter, vond ik de motivaties en teleurstellingen van gebruikers van sociale netwerken.

Motivaties

De motivaties voor mensen om actief te zijn op sociale netwerken zijn enorm relevant. Al eerder schreef ik een artikel over de motivaties van Hyvers, bloggers en Twitterazi. Dit helpt te begrijpen waarom gebruikers doen wat ze doen binnen een netwerk en helpt dus ook te begrijpen hoe je als merk het beste kunt participeren. Zakelijke boodschappen, bijvoorbeeld, moet je uitzetten in netwerken waar dat relevant is en waar de gebruikers vanuit hun motivatie daarvoor receptief zijn.De voornaamste motieven per netwerk, zoals gevonden door Hanneke:

Hyves

(Zie overigens ook de eerdere onderzoeken van Vos en Rietdijk)

  1. Oude bekenden zoeken / vinden (54%)
  2. Communiceren met goede contacten (26%
  3. Communiceren met mensen die ver weg wonen (25%)
  4. Plezier (25%)
  5. Nieuwsgierigheid (24%)
  6. Foto’s bekijken van mijn contacten (18%)
  7. Kijken wat mijn contacten bezighoudt (16%)
  8. Communiceren met minder goede contacten (18%)
  9. Op een goedkope manier berichten sturen (10%)
  10. Foto’s laten zien aan mijn contacten (9%)

 

MSN Spaces

  1. Communiceren met mensen die ver weg wonen (43%)
  2. Op een goedkope manier berichten sturen (31%)
  3. Communiceren met goede contacten (31%)
  4. Plezier (28%)
  5. Nieuwsgierigheid (22%)

 

Schoolbank

  1. Oude bekenden zoeken / vinden (77%)
  2. Nieuwsgierigheid (37%)
  3. Plezier (19%)
  4. Foto’s kijken van mijn contacten (16%)
  5. Communiceren met goede contacten (12%)

 

LinkedIn

  1. Mijn carrièrekansen vergroten (32%)
  2. Mezelf beter vindbaar maken (27%)
  3. Nieuwsgierigheid (27%)
  4. Mezelf profileren (24%)
  5. Communicatie met zakelijke relaties (23%)

 

Teleurstellingen bij het gebruik van sociale netwerken

Een ruime meerderheid van de online netwerkers ervaart teleurstellingen (88%). De teleurstellingen die uit het onderzoek naar voren komen laten voor mij zien waar de netwerken de komende periode de klappen gaan krijgen. Opvallend is dat met name eerlijkheid en openheid centraal staan hier: fakers en nepprofielen (32%), mensen die zich anders en beter voordoen dan ze zijn (31%) en de openbaarheid van je gegevens (18%).

Ontwikkelingen als Dataportability, Open Social, OpenID, kortom, alle intitiatieven die te maken hebben met het beheren van je eigen profiel en je eigen content en privacy lijken dus een schot in de roos.

Meer over het onderzoek op Frankwatching of via hanneke@ruigroknetpanel.nl.

Foto: “Hyves maakt meer kapot dan je lief is” door Jeroen Mirck
[/vc_column_text][/vc_column][/vc_row]
3 comments
  1. Hoe definieert Ruigrok 'representatief'? Zijn de punten waarop gescoord is (motivatie, teleurstelllingen) tot stand gekomen nalv interviews en vervolgens geobjectiveerd? Of heeft Ruigrok de schalen zelf gedefinieerd? Ben benieuwd naar het paper/de methode-sectie, waar vind ik die?

  2. Pim, ik denk dat je het beste even kunt mailen met Hanneke. Ik vermoed dat ze een online enquete hebben afgenomen bij hun panel met een totaal van 1807 respondenten.

  3. Het is vooral het nieuwe concept. Als je het hebt gehad, na een tijdje Hyven, dan neemt de interesse snel af. Die aantallen actieve leden, die Hyves opgeeft zijn niet controleerbaar en sterk opgeleukt, naar mijn idee. Wat te denken van de slapende leden? En traag, oeps. Dat komt door telkens nieuwe gadgets. Dat is een keer opgedroogd. Hyves is naar mijn idee geen lang actief leven beschoren.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

You May Also Like

Verkiezingenvoorpret

Op 22 november mag er weer gestemd worden en dat betekent dat de Politieke Marketing boeken en campagnematerialen weer afgestoft worden. Leiden op de kaart (PvdA Leiden), SP's 'Stuur Jan op pad' viral en de cartoon-viral-vete tussen de VVD (met destijds campagneleider Rutte) en de PvdA waren enkele hoogtepunten van de campagne voor de gemeenteraadsverkiezingen van 7 maart. Dat belooft wat voor het grote werk: de Tweede Kamer Verkiezingen 2006. Een tussenstand en vooruitblik.

Het Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen (DNPP) geeft inzicht hoe het vroeger ging: bol van schitterende retoriek en aandoenlijke campagneboodschappen. Dat was echter allemaal echter in het vorige millennium, dus dat betekent dat er nu gehyved, geblogd, gevirald, geïdolsd, gepodcast, gemsnd, gegoogled en geweetiknietwat moet worden om de kiezer te bereiken en met name de jongeren te betrekken.