Gisteren had ik een hoogst interessante discussie met een medewerker van een sportmerk over sport en sportsponsoring naar aanleiding van de recente gebeurtenissen in de Tour de France.
De medewerker was duidelijk aangeslagen en vond dat een groot deel van de schuld van de recente malaise ook ligt bij sportsponsoren die de belangen voor sporters en betrokken tot enorme proporties opblazen.
Sporters die afgerekend worden op prestaties als ware het bedrijfsonderdelen en niet mensen van vlees en bloed (als voorbeeld golfer Justin Rose, die na een slechte periode werd gedumpt door sponsor Adidas en juist niet werd gesteund). In contracten met sporters wordt opgenomen hoeveel grote wedstrijden ze moeten winnen (tegen onmogelijke vergoedingen), wat een onmogelijke druk zet op deze sporters. Alleen de grote, best presterende teams zijn in deze celebrity-endorsement slag interessant. Niet FC Eindhoven, maar Ajax, niet Irak maar Brazilië, niet Polle de Maagt maar Haile Gebresellassie. Als voorbeeld werd ook gegeven de strijd om het sponsoren van Afrikaanse voetbalteams, niet om het Afrikaanse voetbal te mogen steunen, maar met het oog op het WK voetbal in Zuid Afrika in 2010. Een strijd die overigens al even geleden afgetekend door Puma werd gewonnen, dat wél de moeite nam om naar de Afrikaanse teams af te reizen.